De Groene Jaarlijst | Aaldrik Pot

De Groene Jaarlijst | Aaldrik Pot

Vogellijstjes

Vogels kijken is een leuke hobby. Het is speelt zich (meestal) buiten af, je raakt er niet snel op uitgekeken en je kunt het samen met anderen doen.
Je kunt het ook nog nuttig maken als je je kennis van vogels inzet voor tel- en monitoringsdoeleinden.
De gegevens die je verzamelt, worden gebruikt om trends te berekenen, beheeradviezen op te stellen of om de noodklok te luiden als blijkt dat het met een bepaalde soort bergafwaarts gaat.

Maar ook ‘gewoon’ het aanleggen van vogellijstjes blijft leuk.
De meest bekende lijst onder de vogelaars is de zogenaamde levenslijst, oftewel hoeveel verschillende vogelsoorten je in je leven hebt gezien in een afgebakend gebied.
Dat kan Nederland, Groningen of elke andere willekeurige begrenzing zijn.
Je kunt ook elk jaar opnieuw een zo compleet mogelijk lijst aanleggen, de zogenaamde jaarlijst.

Een nieuwe soort die je nog nooit eerder zag wordt in goed Nederlands een lifer genoemd.
Het zoeken, vinden en scoren van nieuwe of heel bijzondere vogelsoorten (dwaalgasten) wordt ook wel twitchen genoemd.
Nick van der Ham heeft op dit moment in Nederland de meeste vogelsoorten gezien: 491! Hij staat bovenaan de ranglijst van Dutch Birding.

Wereldrecord

Je kunt je ambitie op dat vlak nog verder opschroeven en gaan voor het wereldrecord zoals Arjan Dwarshuis deed in 2016.
Hij verbrak dat jaar het record door in 366 dagen tijd 6852 vogelsoorten te zien in 40 verschillende landen.
Dwarshuis zag dus ruim meer dan de helft van de 10700 op aarde levende soorten.
Met zijn recordpoging vroeg hij aandacht voor tal van vogelbeschermingsprojecten over de hele wereld, maar in zijn boek Arjan’s Big Year en de bijbehorende film die hij erover maakte met Michiel van den Bergh, spat vooral het plezier (en soms ook de frustratie) van het vogels kijken ervan af.

Ook ik vind het aanleggen van lijstjes erg leuk, maar moet eerlijk bekennen dat ik voor mezelf wat moeite heb met de vorm die het twitchen soms aanneemt.
Ik snap zeker de lol ervan, maar de vele brandstofkilometers die het kost en het gedrag van medevogelaars op de locatie waar zo’n zeldzame soort zich bevindt, stuit me vaak tegen de borst. (Ja, ja, ik ben ook niet heilig).
Maar ik hou van fietsen en wandelen, niet van autorijden. En ik ben graag alleen of met zijn tweeën buiten.

Groene jaarlijst

Tot mijn grote geluk, waaide er ineens een leuk initiatief uit Engeland over dat me op het lijf geschreven is, de local big year. Door vogelaars in Nederland is dat vertaald in ‘de groene jaarlijst’.
Het idee komt van de in Engeland woonachtige vogelaar Javier Caletrío. Met zijn idee roept hij vogelaars op om hun ecologische voetafdruk te verkleinen.

Bij de local big year in zijn meest puriteinse vorm is het idee dat je binnen een cirkel van 10 kilometer rond je huis alleen de vogels mag tellen voor je jaarlijst die je te voet of per fiets hebt gezien.
Smokkelen door eerst een stukje met de auto te rijden en dan te voet verder te gaan, mag dus niet. Er zijn deelnemers die het wat ruimer interpreteren en alles meetellen wat ze te voet en per fiets zien, ook als dat buiten de 10 km-cirkel ligt. Ook prima natuurlijk.


Foto:  Aaldrik Pot

Maar dan, als je zoals ik in Norg woont, ligt de Waddenzee verre van binnen de 10 km-cirkel.
Dus al die prachtige wad- en zeevogels kan ik voor mijn groene jaarlijst op mijn buik schrijven.
Ik ga het sowieso nooit winnen van bijvoorbeeld Vincent Stork die op Texel woont.
De winst van dit project is wat mij betreft vooral dat je je eigen woonomgeving nog beter leert kennen, lezen en waarderen.
Je kijkt met andere ogen naar de plek waar je al jaren woont.  


Foto: De 10Km-circel

 

Fochteloërveen

Nu heb ik de mazzel dat ik niet midden in een grote stad woon, maar in een groen dorp aan de rand van prachtige natuurgebieden zoals het Fochteloërveen.
Maar ook mensen die wél in de stad wonen, komen tot leuke ontdekkingen van overwinterende grote gele kwikstaarten, tjiftjaffen en zwarte roodstaarten.
Iets waar je rond Norg weer minder kans op hebt. De stad biedt veel vogels tegenwoordig meer voedsel en beschutting dan het platteland.

In deze eerste maand krijg ik een mooi inzicht in de aan- en afwezigheid van vogels waar ik nooit zo bij stil heb gestaan.
De zanglijster bijvoorbeeld. Hij is er wel, maar slechts mondjesmaat.
Ik weet dat er middelste bonte spechten broeden in mijn local patch, maar het kost nog wel wat moeite om ze ook daadwerkelijk te zien als ze nog niet heel vocaal zijn.
En dus besteed ik mijn lunchrondjes telkens weer aan dat ene bos op loopafstand.
En zo leer ik ook meer over de ecologie van vogelsoorten waar ik zonder de sport van zo’n lijstje toch minder lang bij stil sta.


Foto: Middelste bonte specht door Aaldrik Pot

Klapekster en smelleken

Januari is bijna voorbij. De teller staat op 92 soorten met leuke wintervogels als smelleken, waterpieper, klapekster, ruigpootbuizerd en zelfs een waterspreeuw.
In februari komen de scholeksters misschien al terug en ik kijk ook reikhalzend uit naar de zang van de grote lijster.
Die is er nu ook al, maar ze houden zich in mijn bubbel nog even stil. En ik moet nog op zoek naar soorten als patrijs, steenuil, kleine barmsijs en kleine bonte specht.
Ik weet dat ze er zijn, maar ze zijn schaars. Die laatste zag ik wel in december, maar hij blinkt vooralsnog uit in verstoppertje spelen als ik met mijn kijkertje rondfiets.

Foto: Klapekster door Aaldrik Pot

Ondertussen staat er 461 kilometer op mijn fietsteller en zijn er 65 wandelkilometers onder mijn zolen door gegaan.
Met zo’n groen jaarlijstje, blijf je ook nog eens gratis fit.